■ Mijn snelkoppelingen
Met behulp van snelkoppelingen kunt u snel toegang krijgen tot de
telefoonfuncties die u het meest gebruikt.
Linkerselectietoets
U kunt in de lijst een functie voor de linkerselectietoets selecteren door
Menu
>
Instellingen
>
Snelkoppelingen
>
Linkerselectietoets
te
selecteren. Zie ook Standby-modus op pagina 21.
Als u in de standby-modus een functie wilt activeren als de
linkerselectietoets is ingesteld op
Favoriet
, selecteert u
Favoriet
en
vervolgens de gewenste functie in de lijst met uw persoonlijke
snelkoppelingen. Selecteer
Opties
en daarna een van de volgende
opties:
Selectieopties
— om een functie toe te voegen aan de lijst met
snelkoppelingen of eruit te verwijderen. Blader naar de functie en
selecteer
Markeer
of
Deslctrn
.
Organiseren
— om de functies voor uw persoonlijke lijst met
snelkoppelingen opnieuw in te delen. Ga naar de functie die u wilt
verplaatsen en selecteer
Verpltsn
. Ga naar de plaats waar u de functie
naartoe wilt verplaatsen en selecteer
OK
.
Rechterselectietoets
U kunt in de lijst een functie voor de rechterselectietoets selecteren
door
Menu
>
Instellingen
>
Snelkoppelingen
>
Rechter selectietoets
te
selecteren. Zie ook Standby-modus op pagina 21.
I n s t e l l i n g e n
72
Navigatietoets
U kunt snelkoppelingsfuncties voor de bladertoetsen selecteren door
Menu
>
Instellingen
>
Snelkoppelingen
>
Navigatietoets
te selecteren.
Ga naar de gewenste toets, selecteer
Wijzig
en selecteer vervolgens een
functie in de lijst. Als u de toewijzing van een snelkoppelingsfunctie aan
een toets wilt verwijderen, selecteert u
(leeg)
. Als u opnieuw een functie
aan de toets wilt toewijzen, selecteert u
Wijs toe
.. Zie Snelkoppelingen
in de standby-modus op pagina23.
Actieve standby inschakelen
Als u de toets wilt selecteren voor het activeren van de navigatiefunctie
in de actieve standby-modus, selecteert u
Menu
>
Instellingen
>
Snelkoppelingen
>
Act. standby inschakelen
>
Navigatietoets omhoog
,
Navigatietoets omlaag
of
Nav.tts omhoog/omlaag
.
Spraakopdrachten
U kunt bellen en telefoonfuncties uitvoeren door spraakopdrachten in te
spreken. Spraakopdrachten zijn taalgevoelig. Voor informatie over het
instellen van de taal, zie
Taal spraakweergave
in Telefoon op pagina 80.
De spraakopdrachten zijn standaard geactiveerd. Selecteer
Menu
>
Instellingen
>
Snelkoppelingen
>
Spraakopdrachten
en een map. Blader
naar een functie.
geeft aan dat het spraaklabel is geactiveerd. Als u
de geactiveerde spraakopdracht wilt beluisteren, selecteert u
Afspelen
.
Zie Uitgebreide spraakgestuurde nummerkeuze op pagina 27 voor
informatie over het gebruiken van spraakopdrachten.
U kunt de spraakopdrachten beheren door naar een telefoonfunctie te
bladeren en een van de volgende opties te selecteren:
Bewerken
of
Verwijderen
— om de spraakopdracht van de geselecteerde
functie te wijzigen of uit te schakelen. Als u de tekst van een spraaklabel
bewerkt, wordt deze tekst gekoppeld aan een nieuw virtueel spraaklabel.
Alles toevoegen
of
Alles verwijderen
— om de spraakopdrachten voor
alle functies in de lijst met spraakopdrachten in- of uit te schakelen.
Alles toevoegen
of
Alles verwijderen
wordt niet weergegeven als alle
spraakopdrachten al ingeschakeld of uitgeschakeld zijn.
I n s t e l l i n g e n
73